Ik ben ik Ik doe mijn jas uit, En voel me minder stoer. Ik doe mijn blouse uit, En voel me minder slank. Ik doe mijn horloge af, En voel me minder net. Ik zet mijn bril af, En voel me minder slim. Ik doe mijn schoenen uit, En voel me minder groot. Ik doe mijn broek uit, En voel me minder mooi. Ik spoel de gel uit, En voel me minder leuk. Ik sta voor de spiegel, Met mijn sokken en mijn onderbroek... Ik ben ik. Een van vele versies van mijzelf. Onzeker als ik ben. Dan loop ik weg van die spiegel, En kleed me weer aan. Ik voel me stoerder, slimmer, knapper, groter, leuker, netter, slanker... Maar ik ben niet meer ècht mijzelf. Ik ben ik. Een van vele versies van mijzelf. Onzeker als ik ben. Maar ik doe mijn best...
Verandering Ik ben aan het veranderen, Van binnen, ergens heel diep. Ik geef geen fuck meer om anderen. Mensen waarmee het op de klippen liep. Ik accepteer geen mensen meer, Die niet willen zien wie ik ben. Want sommige mensen denken, Dat ze mij beter kennen dan ik mijzelf ken. Stop met al die bullshit, En leef je eigen leven. Want ik zal je nooit meer vragen, Om ook maar één fuck om mij te geven.
Spijt Iemand zei me ooit nooit spijt te hebben, Nooit spijt te hebben van de dingen die je doet. Je doet de dingen met een reden, Het voelt namelijk zo goed! Ik hoorde haar dat zeggen, En verklaarde haar voor gek. Maar als ik er aan terugdenk, Was het toch een goed gesprek. Ik zie in wat ze bedoelde, En wat het resultaat mag zijn. Ik heb gedaan wat ik wilde, Ook al vinden anderen dat niet fijn. Ik wil niemand pijn doen, Maar misschien is dit wel goed. Na een hele lange tijd, Weet ik hoe ik verder moet. Ik heb mijn plekje gevonden, En voel me eigelijk supergoed. Ik verleg mijn grenzen, Want ik weet nu hoe dat moet. Vrienden in overvloed, De onzekerheid ebt weg. Ik leef mijn eigen fijne leven, En wie dat niet doet heeft pech.
Alleen Iedereen word alleen geboren, Van je grote teen tot je oren. Vanaf dan een mooi gezin, En fluit je samen het leven in. Vind je de waren en krijg je een kind, Als klein gezinnetje eensgezind. Tot dan toe niks aan de hand, Tot je in een bejaardentehuis beland. Maar dan komt het eenzaamheid en verdriet, En de gedachte vergeet je me niet. Sterft uiteindelijk je man, Denk je dat het niet erger kan. Kun je dan nergens meer heen, En dan besef je, ik ben helemaal alleen.