Verlamd Ik word wakker in een ruimte. Vastgebonden op een stoel. Mijn polsen zitten losjes maar ik kan ze niet bewegen. Mijn voeten zitten strak vastgebonden aan de poten van de stoel. Mijn hoofd hangt scheef en ik kwijl. Ik probeer mijn hoofd recht op te doen maar het lukt niet. Als ik mijn handen wil bewegen lukt dat ook niet! Zelfs mijn voeten willen op de een of andere manier niet meewerken! Langzaam biggelt er een traan over mijn wang. Ik zie hem niet maar voel iets nats over mijn wang lopen, langzaam naar beneden. Ik kijk naar beneden naar mijn arm, en wat ik al dacht. Een infuus loopt mijn arm in, er stroomt een water achtig vloeistof doorheen. Ik wist niet goed of mijn gedachten klopten maar nu wel. Ik ben verlamd, iemand heeft me ontvoerd. Zou iemand me komen zoeken? Zou iemand weten dat ik hier zit? en de belangrijkste vraag: zal ik ooit terugkomen? Ik blijf wachten het zijn misschien maar een paar seconden, maar voor mij voelde het als jaren dat ik hier zat. Ik werd moe en viel in slaap langzaam hopend op ontsnapping. Vervoerd Ik word wakker gemaakt door een geluid van een piepende deur en de lichte dwarrel van de eerste zonnestralen. Opeens hoor ik een knal en ik open vlug mijn ogen. Ik zie een wazige schim langzaam naar me toe lopen en hij pakt iets uit zijn jas. Hij houdt het voor zich uit, zou het een pistool zijn? Zenuwachtig wacht ik wat er gaat gebeuren. hij drukt een knop in en er schiet een wazig licht aan. Hij laat hem schijnen in mijn gezicht en ik zie dat hij dichterbij komt. Hij legt zijn hand op mijn wang en tilt mijn hoofd op zodat ik hem kan zien. Hij buigt zijn hoofd en kust op mijn voorhoofd. Dan doet hij zijn hoofd weer recht en haalt het touw van mijn polsen en mijn voeten. Dan haalt hij het infuus uit mijn arm en doet een verband erom omdat het begint te bloedden. Binnen een paar seconden heeft hij me uit de stoel getild en lig ik in zijn armen. Hij loopt naar buiten en ik zie bomen, zou ik in een bos zitten? Ik kijk in het rond en zie een zwart busje. Hij legt mij op de grond en pakt een sleutel uit zijn jas. Hij maakt het busje open en loopt weg. Als hij terug komt heeft hij een heel grote doos bij zich en naalden met dikke vloeistof in een doos. Hij legt het in de bus en sluit de deuren, hij loopt naar me toe en bukt zich. Hij tilt me op en zet me in de bij rijders stoel, dan loopt hij weg en stapt aan de andere kant in. Hij doet mijn gordel om, dan kijkt hij me aan ik zie nu wazig hoe hij eruit ziet. Hij is kaal en heeft een pet op, een leren jas aan en daaronder een blouse, hij draagt een gescheurde spijkerbroek met daar een pistool in ook heeft hij een pakje sigaretten in zijn zak. Hij trapt het gas in en begint te rijden. Steeds verder, verder van huis. Aankomst We zijn op de snelweg, nog steeds in het dichte bos. Ik weet niet waar we zijn misschien wel in een ander land! Opeens voel ik een soort van beweging in mijn arm,maar hij beweegt niet. Ik probeer mijn arm te bewegen en het lukt! Ik probeer mijn hoofd rechtop te doen en ook dat lukt! Opeens hoor ik alles veel scherper, het geraas van de motor, de onverharde weg die hobbelt en het geluid van een zware ademhaling. Opeens stopt de bus en kijkt de man me aan, hij praat niet en van zijn gezicht springt geen spatje gevoel. Ik wacht, seconden, minuten, nu ben ik het zat! Ik kijk weg en zie mezelf in de spiegel, mijn ogen hebben wallen en zelfs mijn wallen hebben wallen! Ik kijk naar mijn haar, hij heeft mijn haar geverfd! Hoe durft die engerd! Ik begin opeens te huilen, zonder dat ik het wil. Mijn haar is zwart geverfd geknipt en er zitten plukken paars roze en nog meer kleuren in. Ik zie dat de man me aankijkt en iets uit zijn zakken pakt. Een injectie! Ik kijk hem aan met mijn rode bolle ogen, mijn lippen strak op elkaar gedrukt. Hij steekt zijn arm naar voren, 'NEE!' Schreeuwde ik en ik trok mijn arm terug. Hij keek me aan en ik keek hem aan, hij kwam naar voren ik wilde terug deinzen maar ik zat al tegen de deur. Hij kwam nog dichterbij en ik drukte mijn rug nog strakker tegen de deur aan. Opeens vloog de deur open en ik viel op mijn rug naar achter keihard op de grond. Ik zag dat de man uitstapte en hij kwam dichterbij, ik stribbelde naar achter en knalde tegen een boom. Mijn hoofd tolde en alles werd wazig, het laatste wat ik zag was dat ik werd vast gegrepen en dat hij de naald in mijn arm stak. Ontmoeting Ik word wakker en kijk in het rond, ik lig nog steeds in de armen van die engerd. Hij kijkt niet naar mij maar vooruit. Opeens kijkt hij naar me maar niet als eerst, het is een vernietigende blik. Ik wilde wegrennen maar dan dood hij me. Ik hoopte van niet, we kwamen bij een grote boom en er leunde een man tegenaan. Hij had drugs bij zich op de pakjes stond: hard drugs. Ik dacht dat hij mij zou ruilen voor drugs maar dat was niet zo. Hij griste iets uit zijn zak, het was zijn pistool. Hij schoot de man neer en pakte de drugs, stak het in zijn zak en liep dieper het bos in, we kwamen bij een kuil ik dacht dat hij me daarin zou leggen maar niet dus. Het was een soort ondergronds huis het was donker het enige wat er was, was een schemerig licht. Ik was niet bang maar boos, boos op wat hij mij aandeed, boos omdat hij mijn haar had geverfd, boos omdat hij me had ontvoerd en boos omdat hij verliefd op me was. Ik was woedend op hem maar als ik iets zou doen schoot hij, en als de politie kwam zou hij de politie doden. Maar zou hij zijn gevangene wel doden? Dan heeft hij niets aan me, ik wist het niet zeker. Ik was moe verlamd en ontvoerd, ik wilde slapen, minuten, uren, dagen het maakt niet uit, ik ben moe. Ik doe mijn ogen dicht en drijf weg in een droom zolang als ik wilde. Niet de enige Ik word wakker gemaakt door mijn ontvoerder, ik lig in een houten bed dat kraakt met oud stoffig beddengoed. Ik draag een te grote nachtjapon die al door iemand is gedragen want hij kreukelt. Ik word bij mijn hand gepakt en meegenomen naar een grote ruimte met een eettafel. Ik word in een stoel gezet en vast gebonden zodat ik niet weg kan. Er gaat een deur open en allemaal meisjes lopen de ruimte binnen ze zijn bleek en kijken verdrietig. Ze worden gevolgd door mannen zoals mijn ontvoerder, ze hebben zwepen en messen bij zich. De andere meisjes worden ook vast gezet en dan komt er eten. Allemaal hetzelfde een dikke pap. Ik pak de lepel en ruik, het ruikt vies en ik proef. Het smaakt beter dan ik had gedacht een beetje als een paracetamol. Het smaakt dus bijna nergens naar, het is beter dan waar het naar ruikt. Ik word uit de stoel gehaald en meegenomen naar een ruimte met een aambeeld en een hoog vuur waar ijzer in lag. Ik werd op een tafel gelegd en vast gebonden met leren riemen. Een man met een zwart masker over zijn hoofd hij pakte een ijzeren staaf met een rode punt en legde die op mijn huid. Ik schreeuwde het uit het brandde een helse pijn vloeide door mijn lichaam, er werd er een hand over mijn mond gelegd ik wilde schreeuwen, maar dat ging niet. Ik beet de man in zijn hand en hij schreeuwde. Hij pakte een mes en hield hem plat tegen mijn keel, ik durfde niet meer te bewegen en de ijzeren staaf werd opnieuw tegen mijn huid gedrukt. Rebecca Ik werd meegenomen naar een ruimte met kapotte muren en een oud houten stapelbed wat duidelijk al gebruikt was, ik werd naar binnen gesmeten en viel keihard op de grond. Opeens bewogen de lakens en kwam er een gezicht uit, ik wachtte. Het gezicht keek me aan niet bang voor wat er zou kunnen komen, ze kroop uit haar bed en ging naar me toe. Ze hurkte naast me en zei: 'hoi ik ben Rebecca.' 'Ik ben Emily.' ze keek naar mijn zwarte huid waar de gloeiende staaf op had gelegen. 'Nummer 105?' Las ik hardop, 'wat betekent dat?, Vroeg ik aan Rebecca, ik keek Rebecca aan maar ze zei niks. 'Rebecca? Hoor je me wel?' 'Oh sorry.' Zei Rebecca afzonderlijk. 'Dat nummer betekent wie je bent, 105 staat ervoor dat jij het 105ste meisje bent, en er komen er in totaal 150. 149 meisjes worden er vermoord soms 150 maar dat is nooit zeker.' 'Waar zoekt hij naar?' Vroeg ik nieuwsgierig maar toch boos of bang. 'Nou hij wil weten op wie hij verliefd, tenminste dat heb ik gehoord van de andere meisjes.' Ik keek verbaasd maar was wel boos. 'En welk nummer ben jij?' Ik keek naar haar arm. 'WAT! Nummer 54 dat is bijna de eerste! Maar hoe komt hij erachter wie er zijn liefde is?' Toen ik dat had gezegd beukte iemand de deur open en pakte Rebecca bij haar keel. Ze werd meegesleurd door de man en de deur knalde dicht. Ik rende naar de deur toe maar het was te laat de deur was al op slot gedaan.,ik hoorde Rebecca gillen niet even maar keihard en lang. Ik hoopte dat ze niet dood zou gaan en het zou overleven. Geluk Ik liep naar mijn bed op blote voeten, in mijn kleren kroop ik in de dekens en probeerde in slaap te vallen. Hoe laat zou het nu zijn? Ik weet het niet we zijn in een onbewoonde omgeving dus geen kerkklok te horen. Ik wachtte tot ik in slaap zou vallen, maar het ging niet. Opeens vloog de deur open en een bebloede Rebecca werd naar binnen gegooid. Ze viel met een smak op de grond en ik sprong uit mijn bed. De deur stond nog open en een man stond in onze kamer, ik hurkte naast Rebecca en de tranen sprongen me in de ogen. Ik keek de man boos aan en haalde uit naar zijn benen, raak! Hij werd boos en dreigde met zijn mes naar mijn keel, hij greep me vast en sleurde me de gang op. Hij pakte mijn arm en sneed met zijn mes de woorden: LOEDER. Ik schreeuwde het uit en de andere deuren van de slaapzaal schoten open, er werd gegild en geroepen: 'sla hem! Schop hem!' Sommige waren niet voor mij en begonnen naar me toe te lopen en te slaan en schoppen. Er werd aan mijn haren getrokken en ik deed niks. Opeens kwamen er allemaal mannen aan lopen en die grepen de meisjes bij hun keel en sleurden ze hun kamer in, ook de vechtende meisjes werden als beesten in hun kooi gelokt. Ik werd nog steeds aangevallen door de man die ik had gekrabd en hij begon me in mijn nekvel te pakken, alsof ik een jong poesje was zeg belabberd! Ik sloeg wild om me heen met kans om hem te raken, de andere mannen kwamen naar me toe en pakte me bij mijn armen en benen ik gilde keihard, iemand moest me horen, toch? Er werd een hand op mijn mond gelegd en ik werd naar een kamer gebracht. Ik werd tegen een muur gebonden met mijn armen en benen zodat ik niet kon bewegen. Ik werd er niet rustig van ik begon te schelden en te krijsen: 'MAAK ME LOS! HAAL ME HIERUIT!' Er kwam iemand naar binnen en die stak een naald in mijn arm en ik dreef weg in een diepe slaap onrustig maar vredig. Het laatste nummer Ik word wakker, voor me staat mijn ontvoerder. Hij kijkt kwaad naar me, ik zie dat hij drugs op heeft de pakjes liggen open en bloot op tafel.hij pakt mijn arm vast en ziet wat daar staat: 'LOEDER, WIE HEEFT DAT GEDAAN!!!' Schreeuwt hij kwaad. 'Ik weet het niet.' Zeg ik brutaal, hij slaat me keihard op mijn wang en ik voel het bloedden. Dan geef hij me een kus, ik draai mijn hoofd weg. Nog een klap op mijn zelfde wang, het bloed plakt aan zijn handen. Ik kijk bang naar hem terwijl ik dat niet ben, hij glimlacht en zegt: 'Je hoeft niet bang te zijn ik doe je niets.' Hij geeft me een kus op mijn voorhoofd en legt zijn hand onder zijn kin en zegt: 'Je moet hoog nodig douchen.' Hij loopt naar me toe en maakt me los, hij pakt me bij de hand en neemt me mee alsof ik een klein kind ben we komen bij een vel verlichte ruimte en hij gooit me erin, daarna gaat de deur op slot. Er staat een douche met spullen en een handboek erbij ik vertrouwde het niet, ik keek in de spiegel en schrok wat zag ik eruit! Mijn wang lag open en ik had wallen van een gerimpelde huid, mijn haar was zwart en mijn sproeten waren weg. Ik veegde over mijn wang en er kleefde huidkleurige make-up op mijn hand ik zag mijn sproeten weer te voorschijn komen. Ik haalde mijn hand door mijn haar en mijn handen werden zwart, ik wilde douchen! Ik wist niet wat erachter zat, maar toch kleedde ik me uit en stapte in de douche. De warme douche stralen voelde heerlijk en ik zag de haarverf in het doucheputje lopen. Ik veegde mijn make-up eraf en haalde het laatste beetje haarverf uit mijn haren. Ik draai de douche uit, pak de handdoek en droog me af, daarna kleed ik me weer aan. Als ik in de spiegel kijk zie ik mezelf weer: blond haar, sproeten, geen gekleurde plukken en blauwe ogen. Blauwe ogen? Dat klopt niet ik knipper een paar keer met mijn ogen maar het helpt niet. De deur gaat open een ander meisje staat in de deuropening. 'Hallo! Kun je niet kloppen?!' Zeg ik boos. 'Wat is er aan de hand?' Ze pakt me bij mijn pols en neemt me naar een grote zaal. Het laatste wat ze zegt is: 'Nummer 150 is er.' 150 doden? We lopen een zaal in en stellen ons op in een rechte rij, ik zie dat elk meisje heeft gedoucht. En op ieders gezicht kan ik dezelfde vraag aflezen, wat gaat er gebeuren? Ga ik overleven? Deze vragen gaan ook in mijn hoofd tekeer, we wachtten een minuut en dan opent zich een deur. Er komen 2 mannen naar binnen, onze ontvoerder en een man die ik niet ken. De man die ik niet ken heeft een pistool bij zich en die houd hij recht voor zich uit. De ontvoerder loopt voor nummer 1, je kunt zien dat hij nadenkt maar waarover? Hij zegt ineens: 'Nee!' Een knal en meisje 1 valt dood, hij gaat verder 2, 3, 4, 5 zo gaat het door 52, 53, 54! 'NEE!' Gil ik, de ontvoerder kijkt om zich heen en ziet me staan. Hij loopt Rebecca voorbij! Mijn hart maakt een sprong, 55, 56, 57, 58, 59. Ook nummer 60 schiet hij niet neer uiteindelijk is hij bij nummer 103, 104, en nu bij mij. Maar inplaats van te schieten loopt hij straal voorbij me! Uiteindelijk zijn er zeven, doodsbange, magere en lijkbleke meisjes over. Ze stellen ons aan elkaar voor: Rebecca, Sarah, Eva, Lisa, Senna, Roos en ik. We moeten naar de eetzaal en daar worden we in stoelen vastgezet, er komen mannen naar ons toe met injectie naalden en steken die in onze arm, ook komt er een infuus aan te pas hetzelfde als vooraf. Een nare herinnering komt in me op, ik schud mijn hoofd. Niet aan denken! Zeg ik in mezelf, daarna val ik zonder zorgen in slaap. Vrij? Ik word wakker in een kleine ruimte met Rebecca, Sarah, Eva, Lisa, Senna, ik en.... Waar is Roos? Ik kijk om me heen maar zie Roos niet liggen ik keek naar boven en daar...... Ik gilde, de andere meiden werden wakker en ik wees. Ze keken en hun mond zakte open, boven ons hing Roos aan een strop. Ze had een soort kaartje om haar nek met daarop slordig geschreven: NUMMER 134 IS GESNEUVELD JAMMER HÈ?! EEN VOOR EEN WORDEN JULLIE HET GRAF IN GELIJD TOT ER EEN OVERBLIJFT! WIE ZAL HET ZIJN? REBECCA, SARAH, EVA, LISA, SENNA OF EMILY. Ik kreeg een brok in mijn keel, werden deze meiden nu mijn vijanden of juist mijn teamgenoten ik wist het niet. Ik keek om me heen en zag dat de meiden elkaars handen pakten ik pakte de hand van Lisa, samen zeiden we: 'Samen voor altijd!' We gingen in een kring zitten en praten: 'Wat moeten we doen?' Snikte Lisa. 'Vechten! ' Riep Eva luid. Uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat we een uitweg moesten vinden en ontsnappen, ik keek naar Rebecca. Aan haar gezicht te zien was ze niet op zijn vrolijkst, ze had nog niets gezegd! Rebecca zag dat ik naar haar keek en haalde haar schouders op ze begon te praten: 'Volgens mij zitten we in een bus en er zijn geen ramen er is geen verwarming dus geen verse lucht! Alleen maar een deur die volgens mij dicht is! Geen uitweg daarom zei ik niks, oké Em.' Ik knikte. 'Maar misschien krijgen we de deur open ik weet het niet maar ik gok van wel.' Ik loop naar de deur en probeer hem open te maken ik voel dat hij meegeeft. Lisa duwt me opzij en zegt: 'Je kan er niks van!' Ze duwt met al haar kracht en het lukt, de deur vliegt open. Ze blijft staan, Rebecca wil keihard naar buiten rennen maar ik houd haar tegen. Ik loop voorzichtig de bus uit en kijk om me heen. Ik word besprongen van rechts en meegesleurd met een pistool tegen mijn hoofd. 'EMILY!' Roept Rebecca en ze komt achter me aan met de anderen. Buiten staan nog 5 man te wachten en pakken zo: Rebecca, Sarah, Eva, Lisa en Senna. Ze vallen allemaal in slaap, maar ik niet. Ik heb een pistool tegen mijn hoofd en word meegesleurd weg dieper en dieper het bos in. Kooi Ik word meegesleurd over rotsen en rivieren tot we bij een soort houten kooi komen en er zitten lianen in, ik kijk hem aan. Hij pakt de naald en spuit, ik val weg maar probeer bij te blijven ook al is het zinloos, ik ben nu in slaap. Ik word wakker in de kooi maar hij is hoog in een boom! Ik krijg een raar gevoel en wil vrij. Ik ram tegen de kooi en hij begint te zwaaien, steeds harder en harder. Ik knal tegen een boom en mijn schouder schaaft, het maakt niet uit en ik ga door. De kooi krijgt een gat en ik laat de kooi weg van de boom zwaaien en spring tegen de boom. Ik zwaaide zo hard dat de kooi uit de takken vloog en met een knal op de grond lande, ik pakte een tak en zocht steun. Ik stond op een tak en verzamelde lianen die ik als een ladder aan elkaar bond ik klom naar beneden, en zocht naar Rebecca: 'REBECCA REBECCA! WAAR BEN JE?' Geen antwoord, ik keek om me heen en zag een grot. Ik verzamelde takken en stenen en maakte een vuur, in de avond zocht ik naar bladeren om op te slapen en vond grote bladeren. Ik hoopte dat niemand me zou zien en ik durfde niet te slapen, maar ik had energie nodig. Ik viel langzaam in slaap, maar kon niet helemaal wegzakken doordat ik steeds takken en bladeren hoorden ritselen door de wind. Het werd koud en ik kroop dichterbij het vuur om geen kou te vatten. Zo viel ik stuk bij stuk toch langzaam in slaap, en droomde over Rebecca. Nog 5 Ik word wakker, om me heen liggen Rebecca, Sarah, Eva Lisa en Senna. Rebecca, Sarah, Eva, Lisa, en Senna?! Hoe komen die hier? Ik maakte ze wakker, zelf waren ze ook verbaasd maar blij dat was een fijn gezicht. Ik keek naar Rebecca ze had een grote snee in haar kuit, hij bloedde ernstig en ik zag vuil in de wond. 'Gaat het Rebecca?!' Schreeuwde ik uit, ze keek naar haar been en knikte. 'Ik voel het niet eens.' Zei Rebecca met een nep lachje, maar aan haar gezicht te zien loog ze, ik liep naar buiten en haalde een nat blad om Rebecca's wond te desinfecteren. Ze keek ernstig en pijnlijk, ze schreeuwde. Maar ik moest het toch negeren! Dat beet in mijn hart, maar ik ging toch verder. Ik moest anders werd Rebecca ziek, en ik was bang dat ze het niet zou redden. Maar ik moest en zal haar laten overleven, al zou ik sterven ik zou haar helpen! Ik zei tegen Rebecca dat ze maar even moest gaan slapen en dat deed ze, gelukkig. In haar slaap zweette en kreunde ze erg veel en ik legde ook elk half uur een nieuw doorweekt blad op haar kuit. Ik werd moe maar wilde niet slapen, want dan zou er nog een doden vallen! Ik probeerde mijn ogen open te houden en ging dichterbij het vuur zitten, ik had een idee! Koud water maakt je wakker, ik liep naar een beek. Een eindje verderop, ik hurkte en wreef het koele water in mijn gezicht. Ik werd er goed wakker van en stond op. Een gil. 'Wie was dat!? Wat is er gebeurd?!' Ik rende naar de grot en zag dat Senna door iets of iemand werd meegesleurd. Ik rende keihard en haalde het duistere figuur in, ik kon niet zien wie het was! Ik sprong op zijn rug en hij viel voorover op de grond, ik pakte zijn hoofd en tilde het op. Degene die: LOEDER, op mijn arm had geschreven! Ik tilde mijn vuist op om hem te slaan, hij drukte keihard en ik verloor mijn evenwicht. Hij pakte mijn handen en stond met zijn voeten op mijn kuit, Senna kroop weg. Te langzaam Senna! Dacht ik, ze kroop over een tak en hij brak. De man keek om spoot een naald in mijn arm en rende naar Senna, hij pakte haar vast bij haar keel en liep naar mij toe. In plaats van bij mijn keel pakte hij mij bij mijn voeten en sleurde me mee. Ik knalde met mijn hoofd tegen een tak en zakte weg. Één van ons Ik open mijn ogen ik zit vastgebonden op een stoel, 'SENNA?!' Riep ik. 'Je hoeft niet te schreeuwen!' Zei Senna boos, zo te horen zat ze vlak achter me ik probeerde me onder de losse touwen uit te wurmen en dat lukte. Ik stond wankel op mijn benen en draaide me om, ik zag Senna op een stoel zitten verderop, dezelfde man als net stond naast haar met in zijn handen hetzelfde mes als waar hij mee: LOEDER, had geschreven. Er zat bloed aan, ik gruwelde bij de gedachten dat hij weer in mijn arm zou snijden. Hij keek me aan, boos, boos omdat ik hier was, boos omdat ik leefde en boos over de krassen op zijn been. Hij zei iets: 'Hallo Emily, ik heb een paar vragen voor je, 3 in totaal. Als je er 2 goed heb blijf je leven en bij 1 gaan jullie beiden dood, 3 dan dood ik mezelf.' Ik zette grote ogen op, ik was wel bang dat ik ze niet zou weten. Vraag 1: 'Wat is Senna's echte haarkleur?' Ik dacht na, Rebecca's echte haarkleur is zwart en haar, haar is rood geverfd. Senna's haar is ook rood dus zwart. 'Zwart!' Riep ik uit, hij fronste zijn wenkbrauwen. 'Goed.' Zei hij teleurgesteld, mijn hart maakte een sprongetje en hij ging verder: 'Hoe oud is jullie ontvoerder?' Waar sloeg dat op?! Dacht ik. '47?' Zei ik, hij lachte half. 'Fout! Het is 43 jaar!' Hij pakte zijn mes en sneed Senna's haar af. 'Wat doe je?!' Laatste vraag: 'Waarom is Rebecca niet dood?' 'Omdat hij zag dat ik om haar gaf en hij haar wilde laten leven.' weer keek hij gefrustreerd. 'Goed.' hij kwam naar me toe pakte en wilde mijn haren pakken, maar ik sprong opzij. Hij keek boos en kwam naar me toe, weer rende ik weg. Hij pakte zijn pistool en liep naar Senna, hield het tegen haar hoofd en dreigde: 'Als je niet hier komt schiet ik, 1, 2, 3!' Ik zette een stap en hij greep mijn arm vast, hij maakte de letters: LOEDER, weer duidelijk en ik gilde. Hij drukte me tegen zich aan, en duwde een mes in mijn hand. Hij duwde me naar Senna en pakte mijn hand vast, ik stribbelde tegen maar het hielp niet. Hij stak met mijn hand in haar maag, ze gilde van de pijn, hij liet me nog eens steken en nog is. Hij pakte het mes af en duwde een pistool in mijn handen. 'Haal de trekker over!' Riep hij, mijn vinger trilde en ik schoot. Senna's hoofd viel voorover, ik liet me vallen en huilde hard, keihard. Terugkeren Hij keek me aan, vol ongeloof. 'Stop met janken! Je kende haar niet eens!' Hij trapte tegen mijn rug aan. Ik kreunde, en hij hielp me overeind. 'Breng haar naar de andere!' Ik wilde niet, ik rende weg maar zag geen uitgang. Hij kwam achter me aan en dreef me in een hoek, ik klemde me tegen de muur aan, hij stond nu recht voor me. Hij sloeg me op mijn wang, keihard. Hij zette zijn handen tegen de muur en kwam dichterbij. Ik duwde mijn hoofd naar de muur, hij kwam nog dichterbij en kuste me. Ik wilde weg maar ik zat vast. Hij pakte mijn handen en legden ze om hem heen, daarna pakte hij mijn nek en drukte me nog dichter tegen hem aan. Hij dacht dat ik ook op hem verliefd zou zijn, maar dat was ik zeker niet. Hij tilde me op en deed mijn benen om zijn middel, hij zette me neer op de stoel waar ik vast zat en bond me weer vast. Hij kuste me weer, hij was eng. Ik was bang, tenminste dat voelde ik, ik was niet echt bang, als in bang. Maar ik wilde niet dood, hij pakte een naald en spoot in mijn arm. Mijn ogen bleven open, maar mijn lijf werd gevoelloos. We liepen door het grote bos en kwamen bij een soort grote muur, met verf waardoor het leek of het door ging, maar dat was niet zo. Hij voelde aan de muur en liep naar rechts, tot aan een rots. Hij klom naar boven en daar was een doorzichtige deur. Make-over Hij ging er doorheen en liep naar een ruimte. Een operatie ruimte, binnen zag ik Roos en Senna in een soort dikke slijm laag. De wonden waren geheeld en de kogel van Senna lag op een tafel in een bakje met pincet. Ik werd op een tafel gelegd en kreeg een ziekenhuispon aan. Er kwamen mensen binnen en ook ik werd geheeld, de letters: LOEDER, gingen eraf alsof het een papiertje was. Mijn vieze nagels werden schoon gemaakt met handschoenen en een pincet, alsof het de vieste zaak van de wereld was en mijn haar werd gewassen, geverfd en geknipt in laagjes, en mijn sproeten en puistjes werden gelazerd. Ik leek niet meer op Emily en volgens mij moest dat ook niet meer. Ik werd naar een ruimte gebracht, en daar zag ik: Rebecca, Sarah, Eva en Lisa! Ik was blij om ze te zien en wilde naar ze toe rennen, maar ik werd in bedwang gehouden door iemand. Ik werd uitgekleed en kreeg nieuwe kleren: een roze hemd, een witte broek en een zwart vest. Ook kreeg ik nieuwe schoenen en sokken, het was vreemd dat ik opeens zo goed werd behandeld. Ik kreeg een roze schoudertas met spulletjes en geld, en er werd een staart in mijn haar gedaan. Daarna werd ik naar een spiegel geleid, ik zag er anders uit: Bruin kort haar, geen sproeten, geen puistjes en geen: LOEDER op mijn linkerarm. Het was best raar, ik zag er ouder uit en... Opeens vielen mijn ogen dicht en dwaalde ik weg in een droom, dieper dan anders. Was ik dood? Of zou ik nog leven? Ik wist het niet. Blijven we leven? Ik word wakker, met een steek in mijn hoofd. Wat is dit? Om me heen liggen Rebecca, Sarah, Eva en Lisa, allemaal slapen ze. Er komt een lichtstraal naar binnen en twee mannen komen in de ruimte. Ze hebben beide pistolen en schieten in de lucht: 'Wakker worden! Riep een van de mannen, Rebecca, Eva en Lisa stonden op, maar Sarah sliep nog. Ze schopten tegen haar rug en Sarah schrok wakker, ze maakten een foto van mij Rebecca, Sarah, Eva en Lisa, daarna schreven ze op papier een beschrijving, Emily: bruin kort haar, m 1,67, 14 jaar en blauwe ogen. Rebecca: zwart haar , m 1,63, 13 jaar, groene ogen en donkere huid. Sarah: blond lang haar, m 1,70, 15 jaar en licht blauwe ogen. Eva: donker bruin kort haar, m 1,64, 13 jaar en bruine ogen. Lisa: blond gemiddeld haar, m 1,67, 12 jaar en bruine ogen. De mannen liepen weg en de lichten gingen uit, duisternis, niks meer dan duisternis en stilte. Ik ging weer liggen maar kwam niet in slaap, gedachten flitsten door me heen: ontvoering, dood, doden, kussen, liefde en wraak, ik dacht aan roos en Senna, ik dacht aan mijn...